zondag 21 juni 2009

Dansende zeugjes

Ik implementeer dansende zeugjes in mijn leven. Ze zitten in mijn linkerooghoek verankerd, klaar om ontketend te worden wanneer nodig. Dan ritselen de kettingen, worden ze losgeschud en trippel trappelen ze, elk om beurt, om het ondraaglijke lichter te maken.

Want als de zon haar kracht verliest en de wolken schaamteloos grijze vlekken vertonen, het lef hebben om steeds donkerder en zwaarder voorbij te schuiven, dan is het tijd voor het spektakel van de glanzend roze, dansende zeugjes. Dan tover ik ze tevoorschijn met één knipoog. Maar het duurt lang vooraleer ik het punt bereik dat ik ze op me loslaat, dat ik de verlossende blik gebruik die me uit mijn reddeloosheid haalt.

Zoals nu. Ik kijk in mijn volle koffietas en het lijkt alsof er een zwarte, op een olievlek gelijkende, smurrie bovenaan drijft. Dat dunne, zwarte laagje laat maar weinig aan de verbeelding over. Mijn spiegelbeeld wordt onmiddellijk teruggekaatst, samen met de grauwheid en de eenzaamheid die het etablissement uitstraalt waar ik me nu bevind. Ik moet eerlijk toegeven dat ik zelf niets bijdraag aan het misselijkmakende decor. Zwarte broek, grijze pull met rolkraag. Geen juwelen, geen make-up. Een mens kleedt zich immers zoals hij/zij zich voelt.
Ik heb het gevoel dat alle troostelozen zich hier groeperen, alsof het een afgesproken regel is. Toch laten ze je met rust. Elkeen is alleen met zichzelf en de drank die voor hem of haar staat, meestal onaangeroerd. Dat drankje is enkel en alleen maar een houvast, een reden om daar te mogen zitten. Weg van de vertrouwde omgeving waar je gedomicilieerd bent en waar verder toch niemand op je wacht.

Ik zucht. Afgelopen week was er weer eentje voor in de dagboekkronieken. Dat doet me eraan denken dat ik het dan best ook eens allemaal neerschrijf. Naar het schijnt zou dat therapeutisch werken.

Net voor ik mezelf volledig onderdompel in de “poel van het grote zelfmedelijden”, hoor ik, heel zachtjes in de verte, het muziekje dat de mars van de dansende zeugjes aankondigt. Terwijl de muziek aanzwelt, dichterbij komt en de beelden van die rozige, grappige, zelf in het leven geroepen wezentjes steeds scherper worden op mijn netvlies, begint zich stilletjes aan een krullende glimlach te ontwikkelen. Eens het zover is, weet ik dat er geen stap meer terug kan gezet worden. Het duurt dan niet lang meer vooraleer ik al lachend het café buitenwandel en volop genietend door de straten loop, regen of geen regen, zon of geen zon. Dan besef ik weer dat ik moet relativeren en dat er een morgen een nieuwe dag is. Dan herinner ik me weer een stukje tekst uit de brief die Rilke ooit schreef:

“Be patient toward all that is unsolved in your heart and try to love the questions themselves like locked rooms and like books that are written in a very foreign tongue. Do not now seek the answers, which cannot be given you because you would not be able to live them. And the point is, to live everything. Live the questions now. Perhaps you will find them gradually, without noticing it, and live along some distant day into the answer. “Rainer Maria Rilke, Letters to a Young Poet

1 reacties:

Anoniem zei

Beste Lily,

je bent een ontluikende bloem, net als ik misschien.
Daarom een hartegroet, want wat je doet is mooi en echt. In dit leven zijn we zowel de bloem als tuinier, koester jezelf in de zon, omring jezelf met vitaminen en vruchtbare grond. Ik kijk uit naar nieuwe knoppen en uitlopers van jou. Hopelijk tot gauw.

 
Lily's world. Design by Exotic Mommie. Illustraion By DaPino